Knutselen
EIGEN MEIBOOM MAKEN
Wil je wat sfeer brengen op je eigen kamer of in de woonkamer, dan kan je zelf een kleine meiboom maken. Moeilijk is het zeker niet en op een half uurtje is hij af.
Materiaal:
- Zo recht mogelijke tak of houten stokje
- Vaas
- deksel van kaasdoosje
- één gordijnring
- strookje groen crèpepapier
- doorzichtige kleefband
- rood en wit lint (bv. van cadeautjes)
Zo ga je te werk:
- Omwikkel de gordijnring met een smalle strook groen crêpepapier en kleef dit vast.
- Knip evenveel rode als witte linten (liefst acht of twaalf). Als de linten te breed zijn, knip ze dan in de lengte nog eens door.
- Kleef de bovenkant van de linten aan de gordijnring: telkens een wit en een rood lint samen, en gelijkmatig over de cirkel verdeeld.
- Kleef nog vier (kortere) rode of witte linten aan de ‘krans’ om deze op te hangen.
- Trek indien nodig wat bladeren van de tak, zodat enkel bovenaan een ‘kruintje’ overblijft.
- Schuif je krans langs onder over de tak en maak hem met de vier linten net onder de ‘kruin’ van je boompje vast.
- Steek je boompje in de vaas. Om te voorkomen dat het omvalt, kan je bovenop de vaas een (groen geschilderd of met bloemen versierd) deksel van een kaasdoosje plaatsen, waar je in het midden een gat in prikt, waar de tak juist door kan.
- Knip de linten op lengte: ze hangen best iets boven de bovenzijde van je vaas.
Je meiboompje is klaar!
Deel dit verhaal
LANTAARN VAN EEN KNOL VOOR DE DODENWIJDING
Materiaal:
- een knol, biet of raap een recht mes
- een appelboor
- een lepel
- een klein puntig mesje een waxinelichtje
Werkwijze:
Snijd met het rechte mes een kapje van ca. 2 cm van de knol af – als er geen bijzondere vormen op de schil voorkomen, kan er een klein merkteken gesneden worden, om het kapje later op de juiste plaats terug te krijgen.
De onderzijde van de knol is meestal niet recht. Om hem te laten staan op de seizoenentafel kan hij op een ring geplaatst of recht afgesneden worden.
Nu kan het uithollen beginnen. Maak met de appelboor en het kleine mesje de binnenkant van de knol los, zodat de pulp eruit gelepeld kan worden. Probeer de drie verschillende gereedschappen eens uit, om te zien welk gereedschap het meest geschikt is, de stevigheid van de knollen kan erg verschillen.
Werk voorzichtig steeds meer naar de buitenkant toe als de kern eruit is, terwijl de andere hand aan de buitenzijde steunt.
Houd de lantaarn tegen het licht om te zien of de wand al dun genoeg is om licht door te laten. Als de wand mooi dun is, kunnen er vanaf de buitenkant nog figuurtjes ingesneden worden, maar let op: alleen in de huid van de knol, niet door de wand heen snijden.
Het kapje van de knol wordt het deksel, dit kan ook wat uitgehold worden. Een of meer openingen in het deksel zijn nodig voor de zuurstoftoevoer van het waxinelichtje. Nu kan het lichtje in een metalen hulsje worden geplaatst en het deksel erop gezet worden. Deze lantaarn blijft wat langer mooi als hij af en toe een poosje in een emmer water mag liggen.
Een blikken lantaarn VOOR DE DODENWIJDING
Materiaal:
- een leeg conservenblik, waarvan de bovenkant er helemaal af is spijkers in verschillende dikten, een hamer en een potlood
- een houten stammetje
- een waxinelichtje
Werkwijze:
Teken met potlood motieven op het blik. De motieven worden met spijkergaatjes in het blik geslagen. Om het blik bij het spijkeren in model te houden, kan er een houten stammetje in worden gestoken. Het licht van deze lantaarn schijnt door de gaatjes.
KUIKENS voor het ostarafeest
Materiaal:
- twee breinaalden nr. 3
- bijpassende wol
- een dikke zwarte draad
- oranje vilt
Werkwijze:
Zet 20 steken op en brei recht. Brei na de .derde toer telkens van elke toer de eerste twee steken samen. Ga door tot er vier steken over zijn. Neem de overgebleven steken op een draad en naai de schuine kanten op elkaar, Vul het kuiken met vul wol en naai de onderkant dicht (als je de onderkant openlaat kan er in plaats van wol een chocolade-eitje in),
Het kuiken krijgt evenals de kip nog ogen en een snavel.
SCHAPEN MET LAMMETJES voor het Ostarafeest
Materiaal:
- wit vilt
- vulwol
- 2 stukjes pijpenrager van 7 cm
- mooie plukken gewassen schapewol
- 2 kleine zwarte kraaltjes
Werkwijze:
Knip de patroondelen van één schaap (afb. a) zonder naad uit het vilt. Leg het tussenpootstuk tussen de beide delen van het schaap. Naai met de festonsteek. Wikkel wat vulwol om de piipenragers en steek de beide uiteinden van de ene pijpenrager in de voorpoten en van de andere in de achterpoten. Naai vanaf de borst omhoog over de kop tot het aangegeven punt A. Zet het tussenstukje op de kop links en rechts vast tot punt B. Naai nu vanaf punt C tot halverwege de rug voordat de oren afgewerkt worden. Vul de kop stevig met wol. Sla het tussenstukje op de achterkant van de kop tot streep 0 in. Naai streep 0 bij punt C op het schaap. Nu zijn de oren gevormd. Vul het lijf op en naai het dicht. Leg een mooi plukje schapenwol op de rug van het schaap en naai dit met kleine willekeurige steken vast. Herhaal dit tot het schaap een mooi jasje heeft. Sommige schapen hebben ook haar op hun kop.
Hecht met een dunne naald een draad aan in de nek en steek naar de plaats waar het oog moet komen. Rijg een kraal op de draad en steek de naald door de kop naar de plaats van het andere oog. Rijg de tweede kraal op de draad en steek naar de nek. Trek de draad aan, zodat de ogen iets in de kop komen te liggen. Hecht stevig af. Borduur de bek.
In plaats van losse wol kan het schaap ook een dekje van wollen borg krijgen (zie patroon a).
De patronen geven schapen in verschillende houdingen. Ze worden op dezelfde wijze gemaakt. De lammetjes zijn wat kleiner, ze krijgen een stukje pijpenrager van 5 cm. En weinig of geen wol opgenaaid.
Per schaap of lammetje: schaapsdeel 2 maal knippen tussenpootstuk 1 maal knippen tussenkopstuk 1 maal knippen