Ostara

Het oosterfeest heeft waarschijnlijk zijn naam te danken aan Ostara, de oud-Germaanse godin van het morgenrood. Ostara, wat ‘de lichtende’ betekent, was ook de godin van de lente, de tijd van het nieuwe opstijgende zonlicht. Oosteren is dan ook het feest van het nieuw geboren licht, de jonge lentezon.

We zien dat vele heidense gebruiken terug te vinden zijn in het Paasfeest.

“Pallem pallem Pasen! Hei koerei!

Over enen zondag krijgen wij een ei.

Eén ei is geen ei, twee ei is een half ei,

drie ei is een Paasei!”

Zo klonk eens het palmpaasliedje, gezongen door jonge snaken, die met een zelfgemaakte palmpaas van hoeve tot hoeve trokken om een paasgeschenk, eieren, koekebrood of geld, in ontvangst te nemen, Met de haan voorop streken zij neer op het binnenhof van boerderijen, rinkelden met belletjes of sloegen met klophamers, de bewoners buiten lokkend.

Spijtig genoeg ging ook dit volksgebruik, eigen aan zoveel West-Europese streken teloor. Een oud, zinvol gebruik, lang in ere gehouden als getuige van geloof in nieuw leven, verbondenheid met grond en natuur, raakte in onbruik. De vooruitgang bracht ook hier de genadeslag.

De palmpaas mag wel als een voorbode beschouwd worden van het komende lentefeest. Als ‘meiboom-in-miniatuur’ is hij een zonne- en vruchtbaarheidssymbool. Hij verschilde in opmaak van streek tot streek en ook naar creatieve en artistieke uiting van de samensteller. Wat echter nooit mocht ontbreken was het haantje bovenaan.

De haan geldt als symbool van het nieuw opbruisende leven, van de vruchtbaarheid, want de natuur begint te herleven bij mens, plant en dier. Dit duidt wel op zijn oud-heidense oorsprong.

Met de voorjaarsommegangen (het palmpaaslopen) meende men de zon in haar nieuwe loop op gang te brengen. Winterzonnewende is voorbij met de overwinning van het licht op de duisternis, hernieuwde kracht brengend van opborrelend leven. Deze boodschap werd door de voorjaarsommegangen aan elk huis van het dorp meegedeeld en rondgedragen langs velden en gaarden, om het terugkerende leven op te wekken en te bevorderen.

Hoe kan je zelf Oosteren of Ostara vieren?

  • Begroeting van de zon. Voor zonsopgang ging men op een berghoogte staan. De dansende zon werd al dansend begroet.
  • Oostervuren. Op de heuvels werden vuren ontstoken en brandende raderen werden in de dalen gerold. Het hout van de oostervuren werd meestal al zingend verzameld door de jeugd. Dikwijls werd in het vuur een stropop verbrand, als zinnebeeld van de stervende winter;
  • Oosterwater. Het oosterwater moest zwijgend uit de bron geschept worden, dan bezit het een helende kracht. Alles (en iedereen) wordt ermee besprenkeld, om een heel jaar gezond en fris te blijven.
  • De oosterboom. Een bundeltje jonge twijgen werd geschonken als levenssymbool. Hieruit is later de ‘palmpaas’ ontstaan.
  • Oostereieren. Het ei is een oud levenszinnebeeld. Om zijn betekenis te beklemtonen wordt het gekleurd en versierd. Vaak komt als versiering een boom voor, als teken van frisse en krachtige groei. Ook sterren en bloemmotieven komen dikwijls voor, evenals jaarkring- en zonnesymbolen.

Met oosteren verheugden de mensen zich over het langere daglicht, de warmte van het zonlicht die weer te voelen is op een windstil plekje, de voorjaarsbloemen die kleur brengen in de natuur, de knoppen aan de bomen die tonen dat de blaadjes niet lang meer op zich laten wachten. De vogels laten zich horen, de lammetjes dartelen in de weiden, kortom, de lente brengt grote vreugde. Het is goed hier eens bij stil te staan en blij op te gaan in het nieuwe, jonge leven, het niet echt dood zijn van allerlei dingen die dood leken.

Deel dit verhaal