Boomsymboliek2021-02-09T18:11:24+00:00

Bomensymboliek

Onze voorouders koesterden een diepe verering voor de boom want wat is er machtiger dan een oeroude eik die zijn takken breed uitspreidt? En wat is er indrukwekkender dan een stil beukenbos? De Kelten wijdden vele eigendommen aan bomen of richten er stenen op in het middelpunt van een heilige ruimte.

Bomen boden bescherming, onder hun dichte bladerdak was het frisser in de zomer, warmer in de winter en droger tijdens een regenbui. Sommige bomen boden je hun vruchten aan en van andere werd het hout verwerkt. Bomen waren onmisbaar.

Aan bomen werden magische eigenschappen toegeschreven. In legenden waren ze dikwijls tegen de mens maar soms vochten ze ook met hem samen. Verhalen over toverwouden waren legio. Een voorbeeld van een hedendaagse roman waarin bomen samen tegen mensen vochten is: De terugkeer van Merlijn van Deepak Chopra.

Er zijn ook wijze bomen. Een mooi prentenboek hierover is het verhaal van ‘Lucia en de wijze boom’, van Federica de Cesco.

Bovendien wordt aan elke boom een bepaalde betekenis gegeven; zo staat de dennenboom voor onsterfelijkheid, ongetwijfeld een verwijzing naar de eeuwig groene bladeren.

De eik symboliseert in alle gevallen stevigheid, lang leven en hoogte, in de spirituele als in de materiële zin van het woord. Het Latijnse woord ‘robur’ betekent zowel eikenhout als kracht, stevigheid, in de morele betekenis. Bij de Kelten is de eik bovendien nog het zinnebeeld van de gastvrijheid.

Ook de taxus heeft een belangrijke rol gespeeld in het symbolenrijk van de Indo-Europese volkeren. De taxus werd in Ierland gebruikt als drager voor de eerste schrifttekens.

Bij de Slaven was de berk het symbool van de lente en van het nieuwe leven. Bij de Kelten aldus Plinius de Oude, leverde de berk “roeden voor de magistraten, door iedereen gevreesd’. Maar berkenhout werd ook gebruikt voor het maken van de fakkels bij een bruiloft en deze werden aanzien als gelukssymbolen voor het nieuwe huwelijk. Het lichaam- van een overledene werd met berkenhout bedekt, zodat algemeen kan aangenomen worden dat de berk als een heilbrengende boom werd beschouwd in elke periode van het menselijk leven.

Het best gekende en meest romantische voorbeeld van de oude boomverering is wel de kerstboom. Men denkt dat het gebruik van tamelijk recente datum is, maar de idee erachter is oeroud. De kerstboom is het overblijfsel van de verering voor brandende bomen.

In een Duits handschrift uit 1148 vinden we al melding van een kerstboom die geleverd moest worden. De oudst bekende afbeelding is een Duits schilderij uit de 16de eeuw.

Op het schilderij is de joelboom geen spar zoals nu gebruikelijk is, maar een eik, de oorspronkelijke vuurboom en heilige boom van de Germanen. De boom is versierd met roodachtige, glanzende metalen voorwerpen die symbool staan voor het vuur. De spar als kerstboom verscheen op het einde van de 18de eeuw. Volgens een Duitse legende verrees na het omhakken van de oude, heilige eik een kleine spar vanuit zijn wortels en ging de verering van de eik over op de spar. Maar het waren misschien ietwat prozaïscher redenen waardoor de eik verdrongen werd, eiken waren ondertussen schaars geworden en sparren waren er in overvloed, ze brandden goed en hadden een rechte stam waardoor ze gemakkelijk konden vervoerd worden.

Het gebruik van de kerstboom zou teruggaan op een zeer oude mythe van de brandende boom, het oudste vuurritueel van de mens. Onze voorouders hadden een heilig ontzag voor het vuur, de majesteit van de bliksem, de magie van de vonk, het brullen van een vuur …

Een mogelijk scenario voor het ontstaan van de mythe van de brandende boom:

Een knallend onweer verlichtte de grot. Een groepje mensen zat angstig in elkaar gedoken achter in de grot. Een enorme bliksemflits, gevolgd door een enorme knal zette de prachtige eik voor de grotingang in lichterlaaie. Vol ontzag keken de mensen toe en voelden hoe de hitte van het vuur de grot verwarmde. De bui dreef over en de mensen waagden zich naar buiten, in de buurt van de nog steeds brandende boom. Een jong meisje liep naar de boom en nam een brandende tak. De warmte van het vuur voelde weldadig aan. Het meisje kreeg een idee en nam de tak mee de grot in. Onderweg had zij nog enkele takken gesprokkeld die zij nu op de grond in het midden van de grot legde met de brandende tak erbovenop. Weldra werd het lekker warm in de grot en was het niet meer aardedonker.

Elk jaar vierden zij nu in het diepst van de winter het feest van de brandende boom.

In de vasten speelt men in Duitsland op vele plaatsen nog het winteruitdrijven; .een man verkleed in een dierenvel – meestal een wolf die een Zonne verslindend dier was – voert een schijngevecht met een vrouw die een mooie groene loofboomtwijg in haar hand houdt. De man stelt de winter voor die door de zomer, gesymboliseerd door de vrouw met de groene tak, verslagen wordt.

Het meifeest is het feest het nauwst met de boomsymboliek verbonden. Telkens komt er een boom, een struik of een tak bij te kijken. Deze wijzen op de herlevende natuur, de liefde en de vruchtbaarheid. Vroeger gingen de jongens op de eerste meidag de meisjes – die symbool stonden voor Moeder Aarde- een groene twijg aanbieden. Een meilied in verband hiermee luidt:

Ik wilden mei gaan houwen

Voor mijn liefs vensterkijn

Ende schenken mijn lief trouwe,

Die allerliefste mijn

Ende zeggen lief wilt komen

Voor u klein vensterken staan,

Ontvangt den mei met bloemen

Hij is zo wel gedaan

Werpt het meisje de mei weg, dan is de jongen afgewezen, houdt zij de mei dan aanvaardt zij de jongen.

De meiboom zelf is de centrale as waarlangs de zon opstijgt en waarrond het volk de zondedansen (= zonneloopdansen) danst.

Een voorbeeld van volkskunst waarin de boomsymboliek verweven zit, is dit Friese bedbankje uit 1772 met de afbeelding van een hart waaruit een boom ontspruit.

Deel dit verhaal

De boom als wereldas op het vuur

DE BOOM EN DE BELANGRIJKE LEVENSLOOPPUNTEN

De boom is een middel om in contact te komen met de Goden en het is dan ook begrijpelijk dat we hem op deze momenten steeds terugvinden. Het begint al bij de geboorte. Niet alle kindjes komen uit de kolen, sommige worden uit de bomen geplukt. Het is een andere manier om te zeggen dat kinderen van de Goden afkomstig zijn.

Bij een geboortefeest wordt ook nu nog een boom geplant. Het gebruik komt steeds meer in voege door het aanleggen van levensboomparken of geboortebossen waar een boom geplant wordt voor elk nieuwgeboren kind in de gemeente/stad.

Spreuken in verband met het planten van bomen zijn ‘Boompje groot, plantertje ‘dood’ en ‘zijn levensboom verdort’

Ook op doopvonten vinden we vaak afbeeldingen van levensbomen.

De afbeelding vormt een mooie kringloop: de eerste afbeelding stelt de onderwereld voor = de winter, de tweede de opgang van de zon door de opgerichte takken van de boom = lente, de derde toont de hoogste stand van de zon = zomer en als laatste een boom met afhangende takken = ondergang van de zon = herfst.

Het volgende belangrijk levensmoment is het huwelijk. In verband hiermee vinden we de zogenaamde vrijers- of vrijstersbomen waarop te zien is hoe meisjes of jongens proberen een lief uit de boom te plukken. Deze bomen zijn verwant aan de levensboom.

De vrijers- of vrijstersboom werden begeleid door een gedicht :
Hier staan de boomen met vruchten behangen
Daar vryers en vrysters naar verlangen
Daagden Soeckje wel te paaren
Vat de-Gaffel bij de Steel,
Wilt noch mest, noch moeyte sparen
Zie hoe sloof ick om myn deel
lek genoot myn uyt verkooren
o God zeegen d’eed’le Boom
Want nu gaet et naa behooren
Met my, vlak voor wint en stroom
Nu vrienden wilt dus niet boogen
Kyck myn deel is mee haest ryp
Liefde siet hem uyt syn oogen
Des ick naar syn beenen grijp
Lach vry voor de tyt sal koomen
Dat ick ooek eens lachen sal.
Groeystay groey 0 Puyck der Boomen
Want u vrucht vermaakt het al.
‘K Sie een Dochter op u telghen
Viel hy af, iek was een Vrouw
Doch wie sal zich ’t wachten belgen
Als ze winst doet voor de Trouw!
Een vryer of vryster om dese vrucht
Altemets we een mael zucht;

Een ander belangrijk gegeven in de symboliek rond het huwelijk is de bruidsruiker of bruidsboom. Overal in de Indo-Europese streken werd het huwelijk in verband gebracht met de boom. In Bulgarije bijvoorbeeld krijgt de bruid van haar bruidegom een ‘Koum-boom’ of ‘Kozhel’ als teken van hun verbintenis. In Duitsland werd een ruiker op een stok gestoken en aan de bruid gegeven. De bruidsruiker is dus overduidelijk een overblijfsel van de bruidsboom. De bruidsboom kan met vruchtbaarheid in verband gebracht worden, wat nog maar eens bevestigd wordt door het kerven van hartjes door verliefde paartjes in een boom.

Het derde stadium in een leven dat met bomen in verband kan gebracht worden, is de dood.

Kijken we maar naar de symboliek op grafstenen. Op vele grafstenen is de symboliek van het kruis en de Irminsul met elkaar verweven. In sommige gevallen wordt het kruis met slingerplantmotieven versierd. Het leidt geen twijfel dat kruis en boom hetzelfde symbool zijn. Enkele voorbeelden hiervan vinden op oude grafstenen, al moeten we wel een eindje reizen om ze te vinden, namelijk naar Leningrad, waar we een graf vinden waarop een verdorde boom staat. Kan het nog heidenser?

Dichter bij huis, namelijk in Ichtegem, vinden we een graf met een afbeelding waar boom en kruis versmelten.

In Friesland plantte men een boom in plaats van een kruis op het graf; De boomsymboliek is een restant van de oude heidense traditie; langs de boom kon de ziel opklimmen tot bij de Goden.

Deel dit verhaal

De wilg

  “… Blijft nog lange bonke, staan daar, van de Wulgenstronke, [...]

Ga naar de bovenkant